dinsdag 29 mei 2012


Verlichting


Kleine gedichten voor kinderen” van Hieronijmus van Alphen is representatief voor de verlichting

De verlichting is een periode die liep van ongeveer 1650 tot ongeveer 1800. In deze periode was – eveneens als in de Romantiek- de natuur heel erg belangrijk. Mensen gedroegen zich goed naar de natuur wetten.

Mensen vonden het ook belangrijk om in het hier en nu te leven. Dus gewoon in het heden en niet te vluchten in het verleden of in de toekomst. De verlichting is dus eigentijds.

Ook was het heel belangrijk om je eigen levensstandaard te verbeteren, omdat deze volgens de mensen nog niet goed genoeg was. Je was gewoon zondig en dat moest veranderen, anders vergaf god je niet en dan kwam je niet in de hemel. Je leefde op aarde voor God en de ultieme beloning was om na de dood in de hemel te komen en daar het eeuwige leven te krijgen.

De levensstandaard moest dus verbetert worden. Dit ging natuurlijk niet alleen maar om je goed gedragen om dan in de hemel te komen, maar ook de dagelijkse dingen moesten een beetje veranderen. Dingen zoals onderwijs moesten ook belangrijk worden in de samenleving.

Vrijheid was heel belangrijk in de verlichting. Je had vrijheid van godsdienst. Dat betekende dat je in elke god mocht geloven. Er leefde dus veel godsdiensten naast elkaar.

De vrijheid van meningsuiting is ook een thema uit de verlichting. Mensen mochten hun mening openlijk uitspreken, wat in het verleden wel eens anders is geweest.

Verder was vrijheid van handel ook erg belangrijk. Hierdoor kwam het uitvinden van de drukpers, waardoor er op grote schaal boeken konden worden gedrukt en ook de wat lagere standen beschikking kregen tot boeken en zo ook leerden lezen.

De mens in de verlichting was ook overtuigd van de goedheid van de mens. Rousseau zei: “een kind is vanaf de geboorte geneigd goed te doen, maar wordt door de maatschappij bederft.” Dit geeft heel goed aan wat mensen dachten in die tijd. Ze dachten dus als je een kind vanaf zijn geboorte z'n gang laat gaan dat het kind een goed persoon wordt in de samenleving en niemand kwaad zal doen.

Kleine gedichten voor kinderen” is een bundel die voor kinderen gemaakt is, maar deze is ook heel populair bij de oudere mensen. Veel gedichtjes gaan over kinderen en dan verwacht je al een beetje een verlichting gedicht vanwege mijn laatste puntje dat ik net heb genoemd: Een kind is vanaf zijn geboorte goed, maar wordt bederft door de maatschappij.
Hieronijmus van Alphen stond niet helemaal achter deze stelling van Rousseau, omdat van Alphen het kind zag als iets dat je zelf kon invullen in het leven. Het kind kon je of goede dingen leren, zodat het goed werd of het werd verwaarloosd in de opvoeding en daardoor slecht.
Daarom had van Alphen in een aantal gedichtjes een opvoedkundige toon, zodat de mensen met kinderen wat beter in de opvoeding werden en dat zo de kinderen allemaal beter werden en niet meer werden verwaarloosd in de opvoeding

Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen,
En waarom zou mij dan het leeren verveelen?
Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak.
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken;
Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken,
't is wijsheid, 't zijn deugden naar welke ik haak.

Je ziet in dit gedicht heel duidelijk de opvoedkundige toon. Het kind moet je wijze dingen leren, want dit is waar het kind naar verlangt; “'t is wijsheid, 't zijn deugden naar welke ik haak.”
Zo heeft van Alphen tal van dit soort gedichtjes met deze opvoedkundige toon erin.

Conclusie

Kleine gedichten voor kinderen” van Hieronijmus van Alphen is wel degelijk representatief voor de verlichten. Er komen weliswaar niet veel motieven van de verlichting in voor, maar een heel belangrijk punt uit de verlichting komt er wel in voor. Dit belangrijke punt is natuurlijk het goed opvoeden van de kinderen en ze alle kennis geven die je zelf hebt. Het is belangrijk voor het kind om veel te weten te komen. Zo gaat het kind vanzelf goed functioneren in de maatschappij.

Romantiek


Max havelaar is representatief voor de periode van de Romantiek


De Romantiek is een periode in de geschiedenis die loop van ongeveer 1800 tot 1850. De periode wordt gekenmerkt door vooral vluchtgedrag in bijvoorbeeld de natuur en de dood.

Er zijn natuurlijk nog meer kenmerken uit deze periode. Er is niet alleen vluchtgedrag in de natuur, maar de natuur in het algemeen wordt ook steeds belangrijker. Mensen gaan de natuur als een levend wezen zien en gaan er heel goed mee om.

Wat ook erg belangrijk is in de periode van de Romantiek is dat veel mensen heel erg op hun gevoel afgaan en heel veel gevoelens worden beschreven. In de Max Havelaar zie je dit terug bij meneer Droogstoppel. De man zegt een aantal keren wat hij doet en waar hij woont en dit zegt al een beetje wat zijn gevoel daarbij is; hij is erg trots.

Wat heel leuk is in het boek is dat meneer Droogstoppel en Stern, die lijnrecht tegenover elkaar staan als het om mening gaat, samen een boek schrijven. Zo is Stern helemaal vóór Max Havelaar en Droogstoppel is een echte rationalist. Droogstoppel wordt in het boek een aantal keer aangevallen. Dit is eigenlijk het rationalisme dat wordt aangevallen door de Romantiek. Hier is Droogstoppel dan het rationalisme en Stern de romanticus, omdat hij het eens is met Max Havelaar.

De Romantiek is eigenlijk een tegenhanger van het rationalisme en het is eigenlijk een reactie op het rationalisme en dat zie je in dit meningsverschil terug.

Karakter beschrijving is heel belangrijk in de Romantiek. Je moet een bepaald gevoel krijgen in het verhaal bij bepaalde mensen. Zo zijn sommige mensen slecht en deze zijn meestal een beetje nors en sommige mensen zijn juist goed en die zijn vaak vrolijk en opgewekt.

In het verhaal zie je dat Max en Tine een heel innige relatie met elkaar hebben en dat ze een heel mooie liefde hebben. De karakter beschrijvingen zijn heel erg belangrijk in het begrijpen van de relatie tussen deze twee mensen.

Vriendschap tussen mensen en vooral mannen is een belangrijk gegeven in de Romantiek, maar Droogstoppel en Stern hebben niet echt een goed band of een heel erg goede vriendschap. Dit is dan weer een puntje dat niet typerend is voor de Romantiek.

De natuur wordt ook eigenlijk weinig gebruikt en weinig beschreven. Er wordt niet gesproken over hoe mooi de natuur wel niet is en er wordt ook niet gevlucht in de natuur of de dood. In het verhaal komt juist een heel realistisch kenmerk kijken. Max Havelaar gaat namelijk juist goed om met z'n problemen. Hij vlucht er niet voor weg, maar doet er daadwerkelijk iets mee en dat is juist een kenmerk van het realisme en niet van de Romantiek.

Hoe je misschien ook kunt zien dat het een romantisch boek is, is omdat het boek in 1860 is geschreven. Dit is precies een beetje in de nabloei van de Romantiek. Hieraan kun je dus zien dat het een beetje in de tijd is geschreven van de Romantiek.


Conclusie

De Max Havelaar is wel degelijk representatief voor de periode van de Romantiek, omdat er veel invloeden van de Romantiek in het verhaal zitten. Zo is er veel aandacht voor het gevoel en karakter beschrijvingen. Als je kijkt naar de relatie tussen Max Havelaar en Tine zie je dit heel erg goed terug. Verder is het ook in de romantische tijd geschreven en dat is ook weer een gegeven waarom het een romantisch boek zou kunnen zijn.

Het rationalisme wordt in dit boek eigenlijk tegengesproken. Je ziet dit terug in de relatie tussen Droogstoppel en Stern. Stern is vóór de heer Havelaar en Droogstoppel is tegen en is meer een rationalist. In het verhaal wordt Droogstoppel ook vaak tegengesproken.

Er zijn natuurlijk ook punten in het verhaal die niet op de romantische periode duiden. Zo heb je natuurlijk Max Havelaar die heel erg realistisch met zijn problemen omgaat en dit is dus weer een gegeven voor het Realisme.

Op basis van deze argumenten ben ik tot de conclusie gekomen dat “Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche handelsmaatschappij” een romantisch boek is.

maandag 28 mei 2012


Boekverslag Verplaatsingen Klas 5



Titel: Verplaatsingen

Auteur: Kees van Kooten


Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave:1993
Druk: Eerste druk (1993)


Pagina's: 199
Genre: Biografie


Samenvatting: Er is niet echt een goede samenvatting van dit boek, omdat het natuurlijk een bundel is met allerlei verschillende verhaaltjes. En als je elk verhaaltje kort  samenvat ben je al heel snel 2 A4'tjes verder. Daarom heb ik geen samenvatting hiervan gemaakt, omdat dat eigenlijk heel het boek verklapt.


Argumenten



Structureel


Er is niet echt een duidelijke opbouw in het verhaal te herkennen, maar ik vind wel dat de volgorde van de verhalen op één of andere manier wel goed uitgezocht is door de heer van Kooten. De verhalen lezen lekker door en ik wilde zelfs doorlezen aan het einde. Dit heb ik nog nooit gehad bij een boek.

Het boek gaf me een soort van Donald Duck weekblad-gevoel. Hiermee bedoel ik dat in het boek verplaatsingen ook verschillende verhaaltjes zitten die niet al te lang zijn en daarmee lees je snel door. Bij de Donald Duck heb ik dat ook altijd en dat spreekt mij heel erg aan in dit boek. Het is dan wel niet in strip-vorm, maar de korte verhaaltjes lezen wel lekker vlot door.



Realistisch


De verhalen in dit boek zijn allemaal erg realistisch, omdat ze over Kees zelf gaan. Alledaagse dingetjes zoals een ritje in de taxi verteld hij in het verhaal. Hij vergelijkt dan de taxi ritten in Nederland van vroeger met de taxi ritten van nu (Blokband). Dit alles maakt alle verhaaltjes wel realistisch, omdat hij gewoon alledaagse dingetjes beschrijft.

Hij blijft echter niet alleen in Nederland, maar gaat bijvoorbeeld ook vaak naar Parijs. Dan verteld hij bijvoorbeeld hoe hij op mensen let. Zo ziet hij een paar keer een Chinees groepje mensen langskomen en wat hem opvalt is dat twee van die mensen steeds meer verliefd op elkaar worden telkens als hij ze weer tegenkomt.(Tweegekomen)



Esthetisch


Ik vind de verhalen goed. Het zijn niet altijd even mooie verhalen, maar bijvoorbeeld het verhaal dat hij terugblikt op z'n tijd als krantenjongen en zegt dat het een goede les is geweest voor hem als mens en dat elke succesvolle en rijke man ooit is begonnen met zo'n soort baantje.

(Van krantenjongen tot Miljonair)

Leesverslag 'De Eetclub' Klas 4



Titel: De Eetclub

Auteur: Saskia Noort



Plaats van uitgave: Antwerpen

Jaar van uitgave: 2010

Druk: 54e

Jaar van eerste uitgave: 2004



Genre: Literaire thriller


Samenvatting


Karen is getrouwd met Michel en ze hebben twee kinderen. Wanneer ze naar Amsterdam verhuizen moeten ze weer opnieuw beginnen. Maar al snel ontmoet Karen een vrouw, Hanneke, die haar introduceert bij haar eetclub. De vrouwen en hun mannen worden een hechte vriendenkring. Ze zien elkaar vaak en onderling ontstaan er allerlei geheime verhoudingen. Plots komt er een brand in het huis van één van de stellen. De man in het huis, Evert, overlijdt. Ook Hanneke overlijdt, ze pleegt 'zelfmoord', maar volgens Karen klopt er iets niet. Ze gelooft niet dat Evert en Hanneke’s dood een ongeluk is geweest en ze gaat op onderzoek uit.



Verwachtingen



Ik wilde dit boek gaan lezen, omdat ik er veel over gehoord had. Veel mensen zeiden dat het een spannend boek was en dat het wel vlot las. Ik houd wel van boeken waar je snel doorheen leest. Ik houd niet zo van de langdradige boeken zoals sommige boeken wel eens kunnen zijn.
Ook wilde ik de films wel eens zien, maar ik heb bij dit boek een doel gesteld; ik zou de film pas kijken als ik het boek had gelezen.
Ik verwachtte dat het boek vooral spannend zou zijn en toch een beetje mysterieus tegelijk.



Motieven



Er zijn vrij veel motieven in het boek. Zo heb je bijvoorbeeld het motief leugens. Wanneer je vordert in het boek kom je steeds meer mensen tegen die tegen elkaar liegen en kleine leugentjes om bestwil bedenken, zodat ze er zelf beter van worden. Je zou ook kunnen zeggen dat 'de leugen' het thema is, omdat de hele Eetclub eigenlijk een soort leugen is voor iedereen.
Er zit een Romantisch motiefje in het boek. Wanneer er problemen zijn binnen de club of in hun individuele levens vluchten de leden daarvoor weg en weten ze niet hoe ze ermee om moeten gaan. Daarom vluchten ze weg voor hun problemen en proberen een andere uitweg te vinden voor hun problemen. (dood van Evert en Hanneke bijvoorbeeld)
Veel mensen hebben ook veel argwaan in het verhaal. Veel mensen vertrouwen elkaar niet voor de volle honderd procent. Er zijn veel duistere zaakjes gaande en iedereen is op z'n hoede voor wat er zou kunnen gebeuren.


Thema


Het thema van het boek is 'vertrouwen'. Sommige mensen vertrouwen elkaar volledig in de eetclub (Hanneke en Karen) en sommige ook helemaal niet en daaruit ontstaan de problemen en de moorden.


Beoordeling













Ik vond het een leuk boek. Ik vond alleen alles een beetje warrig. Hiermee bedoel ik de relaties tussen de mensen in het boek waren voor mij soms niet helemaal duidelijk. Het was lastig om te lezen wie nou een goede relatie met elkaar hadden en wie niet. Uiteindelijk bleken er dus een paar bij te zitten die slecht bleken te zijn.

Mijn verwachting was dat het boek spannend en mysterieus zou zijn. Dit is ook hoe ik het boek zou omschrijven. Je merkt in het boek aan veel mensen dat ze mysterieus doen en de ontknoping aan het eind is heel erg spannend.

donderdag 12 januari 2012

Verwerkingsopdracht 2: Literaire stromingen Klas 5

Lof der Zotheid


1. Samenvatting

Erasmus wil via dit boek allerlei onzinnigheden aan de kaak stellen, dat doet hij door een Lof der Zotheid te schrijven. Dat doet hij door de Zotheid te laten spreken. Hij begint met de afkomst van haar, jeugdigheid en rijkdom, en begint ironisch te schrijven ten aanzien van het volk. De Zotheid beschrijft hij via het personeel van de Zotheid, in de vorm van Vleierij, Eigenliefde, Vaste Slaap, Werkschuwheid, Vergeetachtigheid, Drinkgelag, Weelderigheid, Dwaasheid en Genot. Maar verder in het boek begint hij zwaar kritiek te uiten tegen de vorsten en vooral de christenen van zijn tijd. Dit doet hij mede aan de hand van allerlei mythologische figuren.

N.B. Het is een heel korte samenvatting, maar deze samenvatting geeft werkelijk heel goed weer waar het boek in feite over gaat. Voor degene die het boek niet hebben gelezen geeft deze samenvatting een goed beeld van het boek.



2. Thema en motieven

Het thema van het boek is natuurlijk Dwaasheid/zotheid. Ik heb Dwaasheid expres met een hoofdletter geschreven, omdat dit in het boek ook wordt gedaan. Dit wekt al een beetje de indruk dat het een heel belangrijk thema is in het boek. Sterker nog, dit is echt het onderwerp van het boek en ook gelijk het thema. Dwaasheid is de ik-persoon in het boek. De Dwaasheid vertelt in het boek waarom er Dwaasheid nodig is in de wereld, waarom het goed is en waarom ook de mensen het nodig hebben.
Een ander soort aanwijzing waardoor je kan zien dat het thema zotheid is, is dat het boek is opgedragen is aan sir Thomas More. Dan kan je zeggen; 'Wat heeft sir Thomas More hiermee te maken...? ' Thomas More was een goede vriend van Erasmus. Ze deelden ook dezelfde humor, daarom heeft Erasmus ook dit boek aan hem opgedragen. Omdat Erasmus en More van ditzelfde soort satire houden. Maar nu even terugkomend op het verband tussen Thomas More en de zotheid. De naam More lijkt heel erg op het Griekse woord Moria. Moria betekent in het Grieks zotheid. Daaraan kun je ook een beetje het thema afleiden.

Er zijn niet heel duidelijke motieven. Er is zijn wel bepaalde kenmerken die steeds terugkomen in de verhalen. Hij stelt telkens de mensen die 'slecht' handelen en de zotheid tegen elkaar op. Bijv. de redenaars die net doen of ze hun redevoering even snel in elkaar hebben gezet, maar daar eigenlijk heel lang op hebben zitten zwoegen. En de zotheid, die zomaar komt en een 'redevoering' kan houden waardoor alle oren van alle mensen gespitst gaan staan. (Pag. 17-18)




3. Hoe gaat de 'hoofdpersoon' om met z'n problemen?

Laten ze die min of meer gelaten over zich heen komen?
Vluchten ze ervoor weg?
Proberen ze ermee om te gaan/die problemen een plekje te geven?

De 'hoofdpersoon' (ik zet hoofdpersoon tussen aanhalingstekens, omdat de hoofdpersoon niet echt een persoon is, maar een ding is namelijk: zotheid) gaat als het ware om met de problemen die ze tegenkomt. Alle dingen die Desiderius Erasmus storen/die hij niet goed vind in z'n samenleving, bekritiseert hij goed door deze te vergelijken met de zotheid. Ook probeert Erasmus de ouderdom/dementie(wat ik toch wel als een soort van probleem beschouw) een soort van goed te praten. Hij zegt namelijk dat je je leukste tijd hebt als je je niet van veel dingen bewust bent en dus een beetje zot bent. Dat is in je kindertijd het geval, maar ook als je gaat dementeren en ouder wordt. Dus hij zegt eigenlijk dat de dementie op latere leeftijd voor de persoon zelf niet zo erg is.

Het is volgens Erasmus ook een probleem als je je als levend wezen niet kunt laten leiden door de natuur. Hij geeft in het verhaal een bij als voorbeeld; een bij laat zich leiden door de natuur. Zo gaat een bij dus zijn eigen weg. Maar bijvoorbeeld een paard die ergens in een schuur zit bij iemand wordt geleid door de persoon die hem bezit. Dit paard zal dus nooit en te nimmer door de natuur geleid worden. Erasmus denkt dus dat de bij gelukkiger leeft dan dat paard.

Dit waren eigenlijk twee kleine voorbeelden uit het boek,maar eigenlijk is z'n probleem dat de mensen gewoonweg niet in de zotheid geloven, en daarom wil hij ze daarvan overtuigen. Natuurlijk met veel humor(wat overigens niet echt mijn soort humor is).


4. Ruimte

Er is geen concrete ruimte waarin het verhaal zich afspeelt. Het verhaal wordt eigenlijk alleen maar vertelt door de zotheid.


5. Mening op basis van de 7 argumenten

Ik vond dat het boek een goede structuur had. Het verschilt natuurlijk wel heel erg van de hedendaagse structuur van de boeken. Dan duid ik op de korte 'hoofdstukjes'. Het zijn stukjes genummerd van 1 t/m 67 in 142 bladzijden. Dat zijn dus ruim 2 pagina's per hoofdstukje. Per hoofdstukje gaat hij in op iets anders, maar hij betrekt wel de vorige stukjes erbij.

Het was niet echt een boek dat mij op een bepaalde manier geraakt heeft, maar ik kan wel begrijpen dat sommige dingen wel geestig zijn voor andere mensen. Het is niet zo dat ik geen enkel gevoel had bij het boek, want ik had wel verwacht dat het een beetje saai zou zijn, maar dat vond ik eigenlijk niet zo. Het is wel zo dat ik sommige stukjes niet goed begreep, maar die dingetjes heb ik dan zo goed mogelijk proberen op te zoeken op internet.

Vooral de kritiek op de kerk vind ik goed van Erasmus. In eerste instantie begreep ik de kritieken niet echt doordat de verwoording wat onduidelijk was, omdat het toch wel een wat ouder boek is. Maar hij heeft dus kritiek op hoe de kerk wordt bestuurd in zijn tijd. Gelukkig voor hem is dat nu al wel veranderd.

Het boek is eigenlijk heel realistisch als je naar de punten kijkt waar Erasmus kritiek op heeft. Er komen wel wat niet-realistische kenmerken bij kijken zoals de Griekse goden. Verder is het boek wel realistisch.

De schrijfstijl van het boek was in het begin wel heel erg wennen, omdat het heel lange zinnen waren. Om maar even een voorbeeld te geven was de eerste zin al 15 regels lang. Als je dan voor jezelf de zin in kleinere stukjes hakt is het wel wat makkelijker. Verder was de schrijfstijl ook wel een uitdaging, omdat er heel wat Griekse helden voorbij kwamen die ik bij naam wel kende, maar niet van wist wat ze precies hadden gedaan. Dat heb ik dan even opgezocht.


vrijdag 6 januari 2012

Klas 5: boekverslag De Grote Zaal Jacoba van Velde

Algemene informatie
a.
  1. Jacoba van Velde, De Grote Zaal
  2. Amsterdam, 2010, 14e druk (1953)
  3. 134 pagina's

b. Roman, Psychologische Roman

  1. Het boek begint als de 74-jarige Geertruida (Trui) van der Veen wakker wordt en niet weet waar ze is. De zuster zegt dat ze een attaque heeft gehad en dat ze in een rusthuis is. Trui kan niet meer goed lopen op haar been. Langzaam begint ze steeds meer dingen te herinneren.

    De man van Trui, Willem, was gestorven tijdens de oorlog. Helena, de dochter van Trui en Willem, trouwde met de kunstenaar Jean en vertrok naar Parijs. Toen het slechter met Trui ging, zorgde Helena voor haar. Maar wanneer Trui een attaque kreeg, besefte Helena dat ze niet meer voor Trui kon zorgen. Trui moest naar het rusthuis in Nederland.

    In het rusthuis is er een zitkamer, een kleine zaal en een grote zaal. Als je in de grote zaal lag betekende het dat het bijna afgelopen met je was. Trui lag in de kleine zaal met negen andere vrouwen. Er waren veel onenigheden en het was er saai, omdat er niks te doen was. Het enige waar Trui elke keer naar uitkeek waren de bezoekuren waar haar dochter Helena op bezoek kwam. Helena verbleef namelijk tijdelijk op de oude kamer van haar moeder. Ze wilde graag dat haar moeder in een beter tehuis kwam, maar helaas hadden ze daar niet genoeg geld voor.

    Helena komt al vroeg in haar jeugd veel te weten over de zin van het leven en de dood. Als Helena er soms een uitspraak over deed, snapte haar moeder het niet en wilde ze er ook niet over nadenken. Nu Trui in het rusthuis ligt, begint ze de uitspraken steeds meer te begrijpen.

    Naar verloop van tijd moet Helena weer terug naar Parijs naar haar man. Het afscheid tussen Trui en Helena was emotioneel. Trui beseft dat ze nu een eenzame oude vrouw is. Er gaan weken voorbij. Ze begint steeds meer pijnlijke steken in haar buik te krijgen en ze wordt in de grote zaal gelegd. Helena vertrekt meteen naar Nederland. Ze staat naast haar moeders bed als ze overlijdt.



Verwachtingen

Het boek stond in centraal tijdens Nederland Leest 2010, en we kregen het daarom ook van school. Ik was wel een beetje benieuwd geworden naar het boek, dus ben ik er een beetje globaal doorheen gegaan. Het sprak me aan en daarna ben ik het gaan lezen.
Ik had verwacht dat het boek zich op meer plaatsen zou afspelen, maar uiteindelijk speelt het zich allemaal af in het rusthuis waar Trui verblijft. Alleen als Trui een herinnering ophaalt ga je met haar mee terug naar een andere plaats.

Wat ik ook heel onverwachts vond, was dat Helena (de dochter van Trui) alleen maar een paar keer de ik-persoon was in het verhaal. Ik had haar graag wat meer in het verhaal gezien, want haar stukjes vond ik het leukst om te lezen. Ik vond de stukjes van Trui vaak een beetje 'deprimerend', omdat het eigenlijk één en al eenzaamheid uitstraalde.


Motieven en Thema

Het verhaal gaat eigenlijk over het weggaan van je naasten, en aan het in alle eenzaamheid leven tot je dood. Ook is het een verhaal van verlangen. Dit zie je heel goed terug wanneer Helena weer teruggaat naar Parijs, en Trui dan heel de tijd denkt; ''Wanneer zou ze terugkomen?'' ''Zou ze überhaupt wel terugkomen...Ja, ze komt terug, want dat zei ze!''. Zo zie je goed het verlangen van Trui naar haar dochter die in Parijs woont met haar man.
Dus op basis van dit alles trek ik de conclusie dat het thema eenzaamheid is.

Een motief in het verhaal, is het verlangen van Trui naar haar man en haar huis. Als ze 's ochtends wakker word dan hoopt ze dat ze binnenkort weer naar huis kan gaan. Ook als ze soms in de put zit, dan vertelt ze weer over haar man. Over hoe goed hij was en dat hij er nu niet meer is.

Een ander motief in het verhaal, is de acceptatie. Acceptatie in het verhaal is ook een belangrijk deel. Op een gegeven moment zegt ze ook tegen zichzelf dat ze niet meer terug zal keren naar huis. En dan accepteert ze dat.
Een andere acceptatie, is de acceptatie van het vertrek van Helena. In eerste instantie vind ze het moeilijk om Helena te laten gaan, maar dan zegt ze tegen zichzelf dat het goed voor Helena is om naar Parijs terug te gaan en daar haar man terug de vinden.


Beoordeling

a. De schrijfstijl was gewoon prima, ik heb me niet echt aan dingen gestoord. Ik heb soms wel stukjes gehad waar ik dacht; dat kan ook wat vlotter verteld worden. Maar dat langzame hoort natuurlijk ook een beetje bij het verhaal en bij een rusthuis. Aan één stukje had ik dat heel erg en dat was bij het stukje dat de oude dames in het rusthuis een poes in de tuin zien. (blz. 105-106)

b. Ik vond de personages wel heel interessant, omdat ze eigenlijk een hele samenleving voorstellen. Je hebt veel verschillende vrouwen waar je mee te maken krijgt; een nieuwsgierige, een stille en iemand met een heel grote mond bijvoorbeeld. De verschillen in karakter botsen vrijwel niet in het verhaal, alleen als er een keer chocola wordt gestolen door een oudere dame. Dan breekt er een soort partijen ruzie uit.

De ruimte is vrijwel alleen het rusthuis. Wat alleen wel goed gedaan is, is dat de verschillende ruimtes in het rusthuis aangeven hoe ziek je bent en hoe dicht je bij de dood bent. Zo is de kleine zaal nog geen zaal om je zorgen om te maken, maar zodra je in de grote zaal komt moet je accepteren dat je binnenkort niet meer in leven zal zijn. Dit vind ik heel sterk in het verhaal. De lezer blijft in spanning of Trui in het boek nog een keer in de grote zaal terecht zal komen.

Eindoordeel



Ik vond het een goed verhaal. Ik heb echt een idee gekregen hoe het moet zijn als je alleen in een rusthuis zit en de kleinste dingetjes je op kunnen beuren, omdat je niet zoveel meer hebt om naar uit te kijken. Wat ik minder goed vond is de eenzaamheid. Het is niet zo dat het echt slecht was, maar ik werd er zelf een beetje droevig van toen ik het verhaal las en dat vind ik niet leuk als ik een boek lees, want een boek moet uitnodigen om verder te lezen. Dat gevoel kreeg ik niet echt heel erg toen ik dit las.
Ook vond ik het jammer dat het verhaal zich maar op één plek afspeelde. Dat maakt voor mij het verhaal wat minder spannend, maar ondanks dit alles heb ik achteraf toch wel met enig 'plezier' dit boek gelezen. Vandaar ook mijn vrij hoge score op de oordeelbalk.

Bronnen

Boek:
Nederland Lees De Grote Zaal
Jacoba van Velde
Em. Querido's Uitgeverij BV

Site:

http://www.scholieren.com/boekverslagen/33226

http://bicat.bibliotheekmaasland.nl/iconen.html

http://nl.wikipedia.org/wiki/Categorie:Roman